☀️ Nazomer korting: ronde prijzen op je favoriete producten! ☀️ 

dagen
uren
minuten
seconden
De actie is nu afgelopen :(
Anneke is My Add On fan van het eerste uur én de inspirator van het myBlanket regendeken. Haar eeuwig enthousiasme en aanstekelijke lach toveren altijd een glimlach op ons gezicht. Als er één iemand is die niet mag ontbreken in deze interviewreeks, dan is zij het wel!
20 februari 2024

Geschreven door: Yne

Op wielen naar verandering: Anneke en haar strijd voor universele toegankelijkheid

Over Annekes positieve instelling, haar vastberadenheid én haar streven naar een meer inclusieve wereld.
Wie?

Anneke Vanheusden

Leeftijd?

43 jaar

Waar?

Waregem (Vlaanderen, België)

Job?

Gemeenteraadslid in Waregem en coach van het nationale rolstoelhockeyteam

Als medeoprichter van de Powerchair Hockey Foundation zamelt Anneke geld in om sportrolstoelen te kopen, en organiseert ze kampen voor sporters met een beperking. Als politica zet ze zich o.a. in voor toegankelijkheid in Waregem, voor iédereen.
Maar, ze is ook fervent reiziger, ondanks de uitdagingen van reizen met een rolstoel.

Maar we laten haar zichzelf graag aan jou voorstellen hieronder. Lees dus zeker verder!

Anneke, kan je jezelf eens voorstellen aan de mensen die jou nog niet kennen?

Ik ben Anneke, 43 jaar oud en ben geboren en getogen in Waregem. Mijn leven speelt zich voornamelijk af in een elektrische rolstoel door mijn vroegere kinderreuma, die zich verder ontwikkeld heeft tot de volwassen vorm. Technisch gesproken ben ik eigenlijk niet aan het ‘werk’, maar ik heb wel heel wat engagementen die mij doorheen de week bezig houden. Zo ben ik actief in de lokale politiek als gemeenteraadslid voor CD&V. Daarnaast zet ik me met veel enthousiasme in voor de wereld van rolstoelhockey.

Kun je ons vertellen hoe jouw jeugd eruitzag?

Ik ben de derde van 4 kinderen, en de enige met ‘problemen’. Toen ik nog heel jong was, bleek dat ik reuma had. Mijn ouders hebben me altijd behandeld als één van de 4, nooit als het ‘specialleke’. Ik zat net zoals mijn broers en zus in de scouts, volgde muziekschool en kreeg straf als ik eens iets fout had gedaan. Ik moest net zoals hen helpen bij de afwas, ook al was dat voor mij moeilijker.

Tot mijn 4e middelbare schooljaar volgde ik gewoon onderwijs in Waregem. Als onderdeel van mijn therapie, en om toch nog zelfstandig naar school te kunnen gaan (aangezien ons huis slechts 100 meter van school was), ging ik met de fiets. Niet met mijn voeten op de pedalen - dat was niet langer mogelijk - maar met mijn voeten op de grond, al peddelend. Maar zelfs op die manier kon ik de afstand niet in één keer afleggen en moest ik vaak een pauze inlassen.

Op ongeveer 11-12 jarige leeftijd werd duidelijk dat mijn reuma al ver gevorderd was. Het had zich verspreid naar bijna al mijn gewrichten, van mijn polsen tot mijn tenen. Ik werd toen per ongeluk omver gelopen en kon mijn voet niet snel genoeg neerzetten. Ik viel samen met mijn fiets om, met mijn knie tegen de stoeprand. Daardoor brak mijn been en moest ik in het gips. Mijn been genas verkeerd en groeide vast, waardoor ik niet meer kon stappen. Vanaf dan belandde ik in een manuele rolstoel.

Door die val, en het feit dat ik in de rolstoel terechtgekomen was, heb ik op jonge leeftijd een knieprothese gekregen. Er zouden er nog veel operaties volgen, in de hoop dat ik opnieuw een beetje zou kunnen stappen. Door die operaties en intensieve fysiotherapie lag ik maanden in het ziekenhuis. Gelukkig kwam de ziekenhuisschool lesgeven aan mijn bed, zodat ik toch mijn schooljaar nog kon afmaken.

Vanaf mijn 4e jaar middelbare jaar werd het echter te zwaar. Het schoolwerk werd intensiever en vereiste meer studie, wat moeilijk te combineren was met alle therapie en behandelingen. Ik moest daarom van school veranderen en ging naar het MPI Sint-Lodewijk in Kwatrecht.

Daar leerde je mensen kennen die toch wel je leven zouden veranderen, niet?

Dat klopt. Ik leerde er mijn man kennen, die helaas in 2012 overleed aan de gevolgen van een spierziekte. En ik ontmoette er in mijn eerste week de toenmalige trainer van het rolstoelhockey. Een nieuwe wereld ging voor mij open! Ik had voordien altijd geweten dat ik sportief was, net zoals mijn broers en zus die basketbal speelden. Maar ik dacht dat er geen sport bestond die ik kon doen in mijn rolstoel.

Van 1996 tot 2016 heb ik op hoog niveau rolstoelhockey gespeeld. Met het nationaal team schopten we het zelfs tot vice-wereldkampioen en vice-Europees kampioen. Dat waren echt onvergetelijke tijden!

Hoe komt het dat je gestopt bent met rolstoelhockey?

Ik kan niet meer spelen omdat mijn ellebogen zodanig beschadigd zijn door de reuma. Maar ik ben nu wel coach van het nationale team.

Je hebt ook de Powerchair Hockey Foundation opgericht. Wat inspireerde je om je daarvoor in te zetten?

In de eerste plaats mijn liefde voor de sport natuurlijk. Ik denk dat er veel rolstoelgebruikers zijn die, net zoals ik vroeger, niet weten dat het mogelijk is om een sport te beoefenen. Daarom wil ik ervoor zorgen dat zij weten dat rolstoelhockey bestaat.

Ik richtte de Powerchair Hockey Foundation op samen met mijn beste vriend Kenny, die intussen helaas ook overleden is. Het was onze manier om mensen met een beperking de kans te geven om hockey te spelen. Aangezien we het zelf ook gespeeld hebben, begrepen wij beter dan wie ook wat rolstoelgebruikers nodig hebben en hoe we de sport toegankelijker kunnen maken.

Wat zijn enkele van de belangrijkste doelen van de Foundation?

We streven naar groei, inclusie en bewustwording over de sport, niet alleen bij rolstoelgebruikers, maar ook bij de rest van de bevolking, de zogeheten 'tweevoeters' 😉 Veel mensen gaan ervan uit dat mensen met een zware fysieke beperking niet aan sport kunnen doen. Wij willen het tegendeel bewijzen.

Veel mensen gaan ervan uit dat mensen met een zware fysieke beperking niet aan sport kunnen doen. Wij willen het tegendeel bewijzen.

Kun je ons iets vertellen over de impact die Powerchair Hockey heeft op de levens van de spelers?

Powerchair Hockey heeft een enorme impact. Het geeft hen niet alleen de kans om een geweldige sport te beoefenen, of landen te bezoeken die ze nog nooit zagen, maar ze leren ook gewoon zoveel mensen kennen. Het verhoogt het zelfvertrouwen en de levenskwaliteit van de spelers aanzienlijk.

Is de missie van de Foundation gewijzigd sinds het overlijden van Kenny?

Het is zeker anders zonder hem. Het hoofddoel is nu om spelers aan een sportrolstoel te helpen. Met de Foundation kopen we die aan, hetzij tweedehands, hetzij tegen verminderde prijs. Zo kunnen we iedereen de kans bieden om met een sportrolstoel te spelen. Want zo’n stoel kost enorm veel geld en niets daarvan wordt terugbetaald.
Ondertussen hebben we er al een 7-tal kunnen aankopen, 2 via crowdfunding en 5 tweedehands exemplaren die we kopen van spelers of die we zelf ombouwen.

Oorspronkelijk zouden we ook naar verschillende instellingen trekken om demo’s te geven en anderen bekend te maken met de sport. Maar door het overlijden van Kenny en mijn politieke carrière ontbreekt de tijd me om dat allemaal rond te krijgen.

Laten we het daar even over hebben. Hoe ben je in de politiek beland?

Dat is een interessant verhaal (lacht). Het begon eigenlijk toen Kurt Vanryckeghem (burgemeester van Waregem, nvdr.) me benaderde. Hij was al lange tijd een vriend van de familie en zag in mij de passie en de drive om echt een verschil te maken. Hij bleef maar aandringen en probeerde me te overtuigen dat mijn stem en mijn ervaring belangrijk zouden zijn in het politieke landschap. Na de boot enkele jaren af te kunnen houden, ben ik in 2018 geplooid.

Heb je ooit spijt gehad van die stap?

Nee, tot op heden heb ik daar nog geen seconde spijt van gehad. De eerste 8 maanden nadat ik verkozen was, ben ik wel blijven twijfelen. “Ben ik wel de juiste persoon?” “Hebben ze mij hier echt wel nodig?”

Een beetje imposter syndrome*, zeg maar?

Ja, inderdaad. Maar nu ben ik er echt van overtuigd, ik zit hier op mijn plaats. Ik voel zelfs de ambitie om bij de volgende verkiezingen mee te dingen naar een plekje als schepen. Dat bewijst alleen maar dat ik de juiste keuze heb gemaakt. Ik ben Kurt daar wel dankbaar voor. Het was een keerpunt in mijn leven en zette de deur naar verandering op een kier.

* Iemand met het imposter syndrome, ofwel 'bedriegerscomplex', heeft de hardnekkige gedachte dat hij anderen misleidt op het vlak van zijn eigen kunnen.

Welke verandering heb je zo al teweeg kunnen brengen?

Ik beschouw ze niet als mijn persoonlijke verwezenlijkingen, maar ik ben best wel trots op hoe toegankelijk het vernieuwde winkelcentrum Het Pand in Waregem is. Bijna geen enkele winkel was toegankelijk, en ik heb er in de planfase echt op gehamerd dat de vloer op gelijk niveau kwam met de ingangen van de winkels. Losse planken, dat is niet meer van deze tijd. Alles is perfect toegankelijk nu, dat is zo’n verademing!

Nog zo eentje is de ingang van het zwembad, daar heb ik me echt achter gezet. Er komt een lift (die is ondertussen geplaatst en in gebruik genomen, nvdr.). We waren daar, met Somival, al jaren vragende partij voor en nu is het éindelijk zover. Er wordt ook bekeken of de cafetaria boven de sporthal in Beveren-Leie een lift kan krijgen.

Maar het meest trots (als ik dat mag zijn) ben ik op het feit dat de mindset veranderd is. Gewoon, omdat ik er ben. Dat geldt zowel voor mijn eigen partij, als voor de andere partijen. Ik deel gewoon mijn ervaringen, en zo zien anderen hoe belangrijk toegankelijkheid wel niet is. De meesten hadden er gewoon nog nooit bij stilgestaan hoe het leven is als rolstoelgebruiker. Hoe buitengesloten je je voelt.

Ik geef maar een voorbeeld: een vergaderlocatie zoeken. Hoeveel keer ik die moet afwijzen, omdat ik er niet binnen raak met mijn rolstoel. Door constant met hun neus op de feiten gedrukt te worden, zien ook anderen het belang van toegankelijkheid in.

Ik heb een beetje schrik dat we terug bij af zullen zijn, als ik niet opnieuw verkozen word.

Ik heb een beetje schrik dat we terug bij af zullen zijn, als ik niet opnieuw verkozen word.

Je hebt dus geen keuze, je moet herverkozen worden ;)

Ja, (lacht) ik moet weer verkozen worden!

Merk je dat andere mensen met een beperking jou daarover aanspreken?

Ja, nu begin ik dat te merken. Zeker met de lift aan het zwembad. Mensen zien in dat een rolstoeler in de gemeenteraad iets goeds is. Dat doet me wel deugd. Ik doe iets goed, voor de juiste mensen. Maar het voelt zeker niet alsof het zuiver mijn verdiensten zijn.

Veel daarvan is toch wel te danken aan het feit dat jij je stem laat horen, laat ons eerlijk zijn. Had jij je handen ervan afgetrokken, zouden veel van die dingen nog altijd niet geïnstalleerd zijn.

Misschien, maar dan was er wel iemand anders geweest die het voor ons had opgenomen. Of dat hoop ik toch.

Hoe ervaar je de samenwerking met de collega’s?

Ik voel dat ze mij respecteren, en dat doet deugd. Ze denken niet dat ik alleen maar stemmen kreeg omdat ik in een rolstoel zit. Ik denk trouwens ook niet dat mijn beperking me een voordeel oplevert bij de verkiezingen. Ik ben gewoon Anneke.

Heb je dankzij de politiek ook andere kansen gekregen?

Enorm. In hoeveel raden zit ik wel niet! Dat zeggen ze op voorhand niet, hoeveel extra engagementen er nog bij komen (lacht). Maar ik zet me er met hart en ziel voor in.

Heb je daar ook al iets van verandering kunnen teweegbrengen?

Ik zit o.a. ook in de Raad van Bestuur (RvB) van het cultuurcentrum in Waregem. We hebben recent het cinemacomplex overgenomen. In één cinemazaal - er lag al een helling – is het rolstoelpodium nu veel groter geworden. Ze hebben ingezien dat de helling te steil was om iemand met een manuele rolstoel op te duwen. Nu is er een plateaulift voorzien die naast die helling passeert. Had ik niet in de RvB gezeten, zou dat misschien ook niet gebeurd zijn.

De vlakke vloerzaal (een zaal waar je de tribune kunt uitschuiven en het optreden op hetzelfde niveau plaatsvindt als de tribune, nvdr.) is ook iets nieuw. In die tribune zijn de eerste 2 en de laatste 2 stoelen weggelaten, waardoor je als rolstoeler nu in de tribune zit, en niet gewoon ervoor. Dat is een wereld van verschil voor ons gevoel. Nu maak ik écht deel uit van het publiek.

Wat zijn jouw politieke speerpunten?

Toegankelijkheid staat bij mij met stip op 1. En wat veel mensen niet beseffen, is dat dat niet alleen voor mensen in een rolstoel geldt. Ook voor de moeder met haar buggy, de ouderen die niet goed te been zijn en zelfs de postbode met zijn logge fiets met zware postzakken, hebben daar baat bij. Toen ik begon aan mijn politieke carrière, zeiden enkele familieleden dat ik niet alleen daarop mocht focussen, dat ze hoopten dat ik ook andere thema’s zou bespreken.

Je hebt een behoorlijk druk leven. Hoe combineer je dat allemaal?

Inderdaad, mijn dagen zijn goed gevuld (lacht). Maar ik haal veel voldoening uit wat ik doe. Of het nu gaat om politiek, of de stichting, het is allemaal de moeite waard. Het houdt me gemotiveerd.

Moet je veel rust nemen tussenin? Hoe hou je de balans in evenwicht?

Ik moet natuurlijk rekening houden met mijn lichaam dat niet altijd mee wil. Reuma brengt heel veel vermoeidheid en pijn met zich mee, maar omdat ik al zo lang in een rolstoel zit en mijn lichaam al zo goed ken, voel ik snel mijn grenzen aan. Het is vooral kwestie van eerlijk zijn tegenover jezelf en tegenover mensen met wie je werkt. Maar dat wil niet zeggen dat ik er soms niet over ga, hoor.

Je moet dus echt wel durven opkomen voor jezelf en voor je gezondheid. Heb je dat moeten leren? Ik kan me inbeelden dat dat niet altijd evident is.

Jazeker, ik moest daarin groeien. Er zijn bepaalde vrijwilligerswerken die ik al heb moeten stopzetten, omdat ik ze niet aankon in combinatie met de politiek en mijn lichaam. Je moet durven eerlijk zijn, hoe moeilijk ook. Je hebt maar één lichaam.

Ik weet nu al dat, als ik verkozen word tot schepen, ik waarschijnlijk zal moeten stoppen met coachen.

Hoe maak je die keuze dan?

Ik denk daar goed over na, zet de voor- en nadelen tegenover elkaar en maak een grondige overweging. Maar ik voel dat mijn politieke ambitie blijft. Het gemakkelijkste is gemeenteraadslid blijven, en dat is perfect te doen. Maar ik heb nog meer in mijn mars, ik wil nog meer verwezenlijken.

Het is altijd een beetje geven en nemen. Maar de mensen in mijn omgeving begrijpen dat. Als ik die ambitie koester, moet ik mij daarvoor geven, vinden ze.

Maar wie weet, misschien word ik zelfs niet meer verkozen tot gemeenteraadslid… Stemmen voor de gemeenteraadsverkiezingen is niet meer verplicht, dus het blijft koffiedik kijken.

We blijven hoopvol!

Zo niet, dan moet ik een andere manier vinden, hé. Oppositie voeren! (lacht)

Wat heb je zo nog gedaan van vrijwilligerswerk?

Ik heb al veel leuke dingen mogen doen. Zo heb ik al audioboeken ingesproken, voorleessessies gegeven in het woonzorgcentrum, een taalbad voor kinderen van ouders met een migratieachtergrond die thuis geen Nederlands spreken… Dat laatste vond ik zo leuk dat ik het een hele week deed in plaats van de 2 dagen waar ik oorspronkelijk voor intekende.

Vooral door tijdgebrek moest ik wat gas terugnemen. De combinatie met de hockey, de politiek en alle besturen waarin ik zetel, was niet haalbaar. Er zijn gewoon te weinig uren op een dag, omdat ik ook enkele uren rust moet inplannen.

Eigenlijk doe je meer dan velen met een fulltime job.

Ik zie dat vooral als mijn manier van mijn steentje bijdragen. Ik amuseer me. Als mensen mij vragen wat ik van werk doe, moet ik zeggen dat ik niet werk. Maar ik doe wel duizend andere dingen.

Mensen gaan er vaak van uit dat een rolstoelgebruiker leeft van de ziekenkas en gewoon elke dag thuis zit. Jij bewijst het tegendeel. Hoe komt het dat veel mensen daar zo’n verkeerd beeld van hebben?

Mensen komen veel te weinig in aanraking met mensen in een rolstoel. Eigenlijk zou er veel meer inclusie moeten zijn op school, zoals dat in andere landen wel het geval is. Zodat we niet altijd die ‘groep apart’ moeten zijn.

Is dat in die andere landen dan zoveel beter?

Ja, toch wel. In Scandinavië bijvoorbeeld, daar bestaan aparte scholen voor mensen met een beperking gewoon niet. Het is logisch dat iedereen gewoon onderwijs volgt. Daar is standaard verpleging en zorg op elke school. Als je als kind in aanraking komt met iemand in een rolstoel en ermee opgroeit, zie je die niet als een groep apart. Kom je pas op latere leeftijd toevallig eens in contact met iemand in een rolstoel, dan is het ook niet verwonderlijk dat dat vreemd is. Dat je eens raar kijkt.

Zijn er nog zaken waar we in België slecht op scoren?

Toegankelijkheid is nog zoiets. In het buitenland kan dat wel, maar hier is Universal Design nog altijd een uitzondering.

Amerika is daar een voorbeeld van. Dat dateert al van de jaren 70, kort na de Vietnamoorlog. De soldaten met geamputeerde ledematen die terug naar huis kwamen, onthaalden ze daar als helden. Ze pasten heel het land aan.

Laat ons hopen dat we hier geen oorlog moeten starten om eindelijk eens wat gedaan te krijgen… Zijn er ook punten waar we het wel goed op doen?

Veel mensen zullen mij waarschijnlijk ongelijk geven, maar in ons land hebben we een goede sociale zekerheid. Enorm goed zelfs. We krijgen niet alles, maar toch heel wat terugbetaald. In andere landen is dat dan weer vaak niet het geval.

Dus het is niet állemaal slecht?

Nee, zeker niet. Ook op vlak van technologie zitten we echt in een stroomversnelling. Als ik terugdenk aan mijn eerste manuele rolstoel waar ik niets mee kon doen omdat mijn armen beperkt zijn, tot mijn eerste ‘elektrische’ - die eigenlijk een veredelde handmatige rolstoel was met een batterij en 2 motoren onder - tot mijn elektrische rolstoel nu. Dat schiet op korte tijd echt de hoogte in, gelukkig maar. Goede hulpmiddelen zijn zó belangrijk.

De hoog-laag functie om op ooghoogte te komen, dat is echt fantastisch. Vroeger stonden we als rolstoelgebruikers altijd beneden, terwijl mensen boven ons praatten. Op de duur stond ik met mijn rolstoel in het midden van een cirkel en stonden alle mensen rondom mij. Zo nam ik niet echt deel aan het gesprek. Ik stond gewoon in het midden.

Nog zoiets. Het openbaar vervoer is voor ons geen optie, dus de aangepaste auto’s zijn een godsgeschenk. Dat zijn allemaal uitvindingen die ons bijna doen functioneren als iemand zonder beperking. Mocht de toegankelijkheid er nu nog eens zijn, dan zijn we er, hé.

Ik ben nu trouwens in blijde verwachting van mijn splinternieuwe rolstoel. Je kan die tegenwoordig helemaal personaliseren. Dat zijn allemaal verbeteringen die ervoor zorgen dat het leven wat mooier wordt.

Heb je een speciaal kleurtje gekozen? 😉

Ik heb op safe gespeeld, maar er komt wel een blauwe accentkleur in mijn wielen!

Tegenwoordig heb je ook al mooie accessoires, zoals die van My Add On. Die maken het leven een stukje aangenamer.

Maar het is dus vooral de algemene mentaliteitswijziging die uit blijft.

Inderdaad, de samenleving is het nog altijd niet gewoon om met mensen met een beperking om te gaan. En dat is jammer. Wij worden vandaag nog altijd gezien als derderangsburgers. Dat komt niet uit slechte wil voort, maar vooral uit het ‘niet anders kennen’. De evolutie in mentaliteit en denkwijze is zo traag.

Heb je nog hoop op verbetering?

Ik zie verbetering naar de toekomst toe, zeker. Maar dat zal nog altijd traag gaan. En ik weet niet of ik het nog zal meemaken. Daar vrees ik wel een beetje voor. De intenties, hoewel beperkt, zijn er. Wat nu moet volgen, is actie. Een plank aan een ingang, dat is niet meer van deze tijd. Universal design, daar heeft iedereen baat bij.

Wat kan ik, als ‘valide’ persoon, doen om mijn eigen mentaliteit en ook die van anderen te veranderen?

Er niet vanuit gaan dat iedereen in een rolstoel automatisch ook een verstandelijke beperking heeft. Mensen met een beperking als volwaardig lid van de samenleving beschouwen.

Maar ook mensen met een beperking kunnen daar iets aan doen. We mogen onszelf niet opsluiten. We moeten gewoon veel meer buiten komen. In mijn persoonlijke situatie kan ik gelukkig niet klagen. Van mijn ouders mocht ik vroeger altijd buiten komen en ook nu sluit ik me niet op. Ik ga overal naartoe, dus mensen in Waregem kennen mij en beginnen daardoor al een beetje anders te denken.

Maar als je nergens binnen kan, kom je natuurlijk wel in een vicieuze cirkel terecht.

Dat klopt.

Waar moet de échte eerste stap gezet worden, volgens jou?

Het onderwijs is waar het allemaal begint. Daar creëer je inclusie. De rest volgt dan vanzelf. De regering moet investeren in inclusief onderwijs. Ik ging in 1996, als 16-jarige, al naar congressen over inclusief onderwijs. Ondertussen zijn we 28 jaar later en er is amper iets veranderd. Het M-decreet uit 2015 was een goede aanzet, maar de middelen ontbreken om het te kunnen uitwerken in de praktijk. Uiteraard moet je verpleging en extra leerkrachten op de scholen hebben. Er zomaar een leerling met een beperking bijnemen, dat gaat niet. Maar zet het personeel uit bijzondere scholen in het ‘gewoon’ onderwijs in en dat lukt. Ik ben er 100% van overtuigd dat inclusief onderwijs kan werken.

Sommige ouders schermen hun kinderen af als ze iemand zien in een rolstoel. Ze verbieden hen van naar ons te kijken. Maar ik zeg: jawel! Laat ze maar kijken. Laat ze ontdekken dat het normaal is dat iemand niet op 2 voeten stapt. Als je ze altijd afschermt, dan zijn rolstoelers inderdaad iets vreemds, iets dat ze niet kennen.

Je had het ook al over openbaar vervoer. Wat loopt daar nog mis?

Dat is een ramp. Waar zal ik beginnen…

Gewoon de bus nemen? Elke mens met een beperking heeft een gratis abonnement van De Lijn. Ik ook. Maar we kunnen er niets mee doen. Het risico is veel te groot dat je aan een niet-toegankelijke bushalte komt en dat ze niet-toegankelijke bussen gebruiken. Om nog maar te zwijgen over het feit dat je je rit moet reserveren. Stel, ik heb afgesproken met iemand om iets te gaan drinken. Ik zou dus al op voorhand moeten weten wanneer ik naar huis wil. Als het plezant is, wil ik misschien ook wat langer blijven? Spontaan leven als rolstoeler, dat is onmogelijk.

Spontaan leven als rolstoeler, dat is onmogelijk.

Je hebt al heel wat inspanningen geleverd om de situatie te proberen verbeteren, maar het lijkt erop dat er geen gehoor naar is. Waarom is dat zo'n belangrijke kwestie voor jou?

Mijn ervaring met treinen en toegankelijkheid is ronduit teleurstellend. Sinds 1999 al ben ik persoonlijk bezig met de toegankelijkheid van het station in Waregem. Het personeel hielp me destijds nog om op de trein te komen, maar dat jaar veranderde dat abrupt. Op een dag weigerden ze me uit de trein te tillen, waardoor ik verder naar Kortrijk werd vervoerd. Ik was toen zo kwaad, dat ik brieven rondstuurde en zelfs in de krant kwam.

Maar dat haalde niets uit?

Uiteindelijk mocht ik in gesprek met de toenmalige burgemeester en de toenmalige topman van de NMBS. Die laatste beloofde mij dat ik de trein weer zou kunnen nemen. Maar ondertussen zijn we 24 jaar later, en staan we nog altijd even ver. De plannen die eerder dit jaar bekendgemaakt werden, tonen dat Waregem niet vóór 2032 aan de beurt komt. We dachten eerst dat het om een schrijffout ging.

Jullie hebben daar toen ook actie voor gevoerd aan het station.

Inderdaad, met een 100-tal waren we, ook van andere partijen. Op een bepaald moment gingen alle actievoerders naar boven, naar het perron. De actie ging daar verder. Maar wij konden niet mee met onze rolstoel. Dan word je nog maar eens met je neus op de feiten gedrukt, hoe pijnlijk die situatie is. Dat heeft me echt enorm geraakt. Zelfs aan onze actie konden we niet volledig deelnemen (Anneke wordt een beetje emotioneel, nvdr.).

Het is echt hoog tijd voor die mentaliteitsverandering, niet alleen bij het publiek, maar ook bij overheidsinstanties. Het is ontmoedigend om te zien dat er in bepaalde situaties miljoenen worden uitgegeven aan uiterlijke verbeteringen, terwijl de basistoegankelijkheid op veel plaatsen ontbreekt.

Wat zijn enkele concrete stappen die nodig zijn om stations en treinen toegankelijker te maken voor iedereen? Liften, een verhoging van het perron,…?

Een volledige verhoging van het perron is zelfs niet nodig. Plaats eenvoudigweg een verhoogd blok over een beperkte lengte, bijvoorbeeld 25 meter, met hellende vlakken aan beide uiteinden. Dat kan al een aanzienlijk verschil maken. Die aanpassing komt trouwens niet alleen rolstoelgebruikers ten goede; iemand met een simpel gebroken been kan ook geen trein nemen door ontoegankelijke perrons.

Dit is trouwens geen kwestie van 'klagen', maar van het vechten voor fundamentele rechten, zoals het recht op toegankelijk openbaar vervoer. Deze situatie moet veranderen, niet alleen voor rolstoelgebruikers, maar voor iedereen die de trein wil nemen en dat nu niet kan. Wij willen niets liever dan deelnemen aan de samenleving, maar het wordt ons dikwijls onmogelijk gemaakt.

Wij willen niets liever dan deelnemen aan de samenleving, maar het wordt ons dikwijls onmogelijk gemaakt.

Het is echt hoog tijd voor die mentaliteitsverandering, niet alleen bij het publiek, maar ook bij overheidsinstanties. Het is ontmoedigend om te zien dat er in bepaalde situaties miljoenen worden uitgegeven aan uiterlijke verbeteringen, terwijl de basistoegankelijkheid op veel plaatsen ontbreekt.
Anneke Vanheusden

Stel dat die wijzigingen er komen, ga je dan ook effectief de trein nemen?

Absoluut. Ik twijfelde of ik een nieuwe auto zou kopen, maar zeker met mijn engagementen is die geen overbodige luxe. Maar ik zou me echt meer willen voortbewegen met het openbaar vervoer, de planeet minder belasten door minder de auto te nemen.

Ik hoop dat ik dat nog mag meemaken. Dat het station van Waregem toegankelijk mag worden.

Zijn er concreet nog plaatsen waar je dat ervaart?

Winkels van kleine zelfstandigen, bijvoorbeeld. Onlangs passeerde ik langs een winkel die volledig gerenoveerd is. Vroeger was die volledig toegankelijk, met een helling en automatische deuren. Ik voelde me er welkom, want ik kon binnen langs de hoofdingang. Nu is er geen helling meer, maar wel een drempel van 10 cm. Ik kan er dus niet meer binnen met mijn rolstoel. Nochtans is het bij wet verplicht om elke openbare ruimte toegankelijk te maken bij renovatie of nieuwbouw.

Dan is de architect daar toch ook de mist ingegaan?

Inderdaad. Ik heb de eigenaar er vriendelijk over aangesproken, en merkte op dat hij een beetje schrok. Was het nu omdat ik er iets over dúrfde zeggen, of omdat hij er geen rekening mee hield? Ik kreeg dan wel het aanbod om langs de achterkant binnen te komen. Sorry, maar, nee. Je kan je niet inbeelden hoeveel keer wij zo via achteringangen, de keuken in een restaurant, of via de zijkant ergens binnen moeten komen. Wij willen ook graag langs de hoofdingang naar binnen kunnen, zoals alle andere mensen. Vaak wordt er niet stilgestaan bij welk gevoel ons dat geeft. Alsof we niet meetellen.

Wij willen ook graag langs de hoofdingang naar binnen kunnen, zoals alle andere mensen.

Hoe blijf jij dan toch zo positief in het leven staan?

Geen idee. Ik heb me dat al dikwijls afgevraagd. Ik denk dat dat mijn genen zijn. Wie ik ben. Ik heb al zoveel afscheid moeten nemen van mensen die ik graag zie. Al zoveel tegenslagen moeten incasseren.

En toch blijf je het zonnetje van Waregem. Vertel ons jouw geheim!

(lacht) Je maakt het jezelf zoveel moeilijker als je niet positief ingesteld bent. Ik prijs mezelf gelukkig dat ik het positieve kan zien. Maar soms vraag ik het me toch ook wel af hoor.

Ik ken mensen met minder miserie die alleen maar zagen en klagen.

Ik ga niet zeggen dat dat altijd makkelijk is, hé. Ik heb het ook soms moeilijk, maar ik blijf doorgaan. Ik denk dat ik veel van mijn positieve instelling te danken heb aan mijn opvoeding.

Ik heb al veel kansen gekregen door mijn beperking die ik anders misschien niet had gekregen. Ik ben daar heel dankbaar voor. Ik zou mijn man nooit leren kennen hebben, nooit hockey gespeeld hebben… Ik denk ook niet dat ik internationaal zoveel had kunnen doen, met de hockey ben ik al op veel plaatsen in Europa geweest. Dus gelukkig kan ik daar ook weer uit putten om positief te blijven. Het is niet altijd kommer en kwel.

Zou je zeggen dat je misschien zelfs positiever in het leven staat door je beperking?

Ik denk het wel. Ik weet wat het is om een ‘zwaar leven te hebben’ en daarnaast kan ik ook genieten van de kleine dingen. Het feit dat de zon op mijn gezicht schijnt, daar word ik gelukkig van. Veel mensen zien of voelen dat niet meer.

De mensen die de ‘kleine gelukskes’ niet ervaren, kan je die een tip geven? Een gouden tip van Anneke.

(lacht) Ik weet niet of een gouden tip echt bestaat. Maar wat ik wel kan zeggen, is dat het slechte altijd over gaat. En het goede komt terug. Daar ga ik echt vanuit.

Helaas hebben we niet het eeuwige leven, maar probeer het beste te maken van wat je wel hebt. Dat is misschien ook het ‘voordeel’ aan het grote nadeel dat ik al zoveel dierbaren verloren heb. Ik geniet van wat ik heb. Als er een moment is dat het goed gaat, probeer ik er dubbel van te genieten. Het klinkt zweverig, maar er zit enorm veel waarheid in.

Voor mij is het leven geen opdracht, maar een geschenk. Ik mág 43 zijn. Mijn man was 33 toen ik hem moest afgeven. Mijn beste vriend Kenny mocht net geen 40 worden. Door die tegenslagen ben ik ondertussen al een ‘senior’. Ik kan zo denken en mij gelukkig prijzen dat ik al zo ‘oud’ mag zijn.

Voor mij is het leven geen opdracht, maar een geschenk.

Wat is het meest inspirerende moment dat je al hebt meegemaakt tot nu toe?

Een van de meest inspirerende momenten was toen we het eerste kamp organiseerden met de Powerchair Hockey Foundation. Het moment waarop mensen begonnen in te schrijven, dat was echt prachtig. Toen wisten we dat we met iets goeds bezig waren. Het kamp zelf was fantastisch en gaf me een gevoel van voldoening dat moeilijk te beschrijven is.

Jij hebt ons, op jouw beurt, geïnspireerd voor de myBlanket 😁 Kun je daar iets meer over vertellen?

Anneke met de myBlanket

Ik had al een regendeken, maar dat was totaal niet afgestemd op de behoeften van rolstoelgebruikers. Het was lomp en onhandig om aan te doen, en de velcro bleef overal aan mijn rolstoel en kledij kleven. Er was dus echt wel behoefte aan iets beters. Dus liet ik dat eens vallen bij Marie van My Add On. Oorspronkelijk was er een ander product in ontwikkeling, maar na enkele tests bleek dat niet zo handig. Dus hebben we samengewerkt om een compact en gebruiksvriendelijk regendeken te creëren. myBlanket was geboren! Het ziet er niet alleen goed uit, het is ook écht praktisch voor rolstoelgebruikers.

Wat is er dan zo verschillend aan de myBlanket?

Hoe compact hij wel niet is. Je kan het myBlanket-zakje makkelijk aan je rolstoel hangen. Zo hangt het bij mij aan mijn hoofdsteun. Ik kan de regencover gemakkelijk zelf aandoen, want dankzij het omkeerbaar ontwerp en de aangepaste trekkoordjes heb ik geen moeite om de rits te openen en de regencover uit het zakje te halen. Het regendeken aandoen duurt op die manier echt niet lang.

Vind je het niet erg dat je voeten er niet in zitten?

Persoonlijk heb ik daar geen probleem mee. Ik vind het leuk dat mensen mijn schoenen kunnen zien! Ik was onlangs op het Rammstein concert, waar het pijpenstelen goot. Maar mijn voeten bleven droog, omdat ik het onderste stuk van het deken gewoon over mijn schoenen kon leggen.

Het voelt veel hipper aan, vooral omdat we al in zulke lompe machines zitten. Je kan je niet inbeelden welk verschil dat maakt. Wat ik ook leuk vind aan de zomerversie is het extra kleurtje aan de binnenkant.

Het doet ons zo’n plezier dat je zo blij bent met de myBlanket 🥰

Ik ben echt een grote fan! Ik vond de winterversie al zó goed, dat ik nu dus ook de zomerversie gekocht heb, ideaal voor de warmere dagen. Het is gewoon zo'n praktisch en stijlvol regendeken dat mijn leven veel comfortabeler heeft gemaakt. Ik heb al veel andere hockeyspelers overtuigd om er eentje aan te schaffen. Dit soort producten maakt een enorm verschil voor ons. Mensen zoals Marie, zoals My Add On, die inzien dat wij niet anders zijn dan anderen, zullen er ooit voor zorgen dat wij op dezelfde hoogte als anderen kunnen leven.

Mensen zoals Marie, zoals My Add On, die inzien dat wij niet anders zijn dan anderen, zullen er ooit voor zorgen dat wij op dezelfde hoogte als anderen kunnen leven.
Anneke Vanheusden

Je stuurde ons vorig jaar een filmpje vanuit Noorwegen waar je de kou trotseerde met de winterversie van de myBlanket. Ga je vaak naar het buitenland?

Ja, dat was super! Vroeger nam ik een verwarmd deken mee, maar met myBlanket (winter) is dat helemaal niet meer nodig. Dankzij de warme fleece binnenin was het helemaal niet koud!

Anneke in Noorwegen

Maar ja, ik ben inderdaad wel een reiziger. Mocht ik niet in een rolstoel zitten, zou ik misschien wel in het buitenland wonen. Die internationale microbe is er wel, net zoals bij mijn oudste broer. Maar de goede sociale zekerheid houdt mij in België.

Ik ga elke winter naar Tenerife, op bezoek bij mijn broer. De zon en de warmte doen wonderen voor mijn lichaam. Daarnaast kan ik veel reizen met ons hockeyteam en probeer ik af en toe andere landen te bezoeken ter ontspanning.

Is reizen met een rolstoel niet enorm veel gedoe?

Toch wel, het brengt een grote rompslomp met zich mee. Je moet met veel dingen rekening houden. Maar het alternatief is niet reizen, en dat zie ik niet zitten.

Zo ging ik terug naar Amerika eind september, samen met mijn broer en schoonzus. Het was mijn 3de grote reis. We reisden rond met een camper, maar aangepast vervoer om met mijn elektrische rolstoel rond te reizen, is onbetaalbaar. Dus ging ik met een manuele rolstoel. Je kan die makkelijk opvouwen en meenemen, al is het nadeel dan dat ik overal geduwd moet worden. Daarom kocht ik een speciaal systeem om op mijn rolstoel te zetten, waardoor ik hem dan toch kan besturen met een joystick. Dat kost trouwens 5000 euro, waarvan geen enkele euro terugbetaald wordt. Maar ik heb het ervoor over.

De reis was fysiek wel uitdagend, maar nu het nog kan, wou ik graag gaan. Wie weet hoe lang het nog zal lukken. Niemand kan de toekomst voorspellen.

Kan je je elektrische rolstoel dan nergens mee naartoe nemen?

Jawel, naar Tenerife is dat geen probleem. Daar kan je alles perfect doen, want dat land is enorm toegankelijk en voorzien op rolstoelers. Hier in België moet je bv. een toegankelijke taxi op voorhand aanvragen (en dat kost ook extra). In Tenerife is dat gewoon standaard. Het kost ook even veel als een gewone taxi.

Moet je veel op voorhand regelen?

Oh, jawel. Dat begint maanden op voorhand al. Ik moet het gewicht van de rolstoel, het type batterij, … doorgeven. Ik moet ook bewijzen dat ik bepaalde hulpmiddelen nodig heb, met attesten en dokterscertificaten. En dan nog, dan kom je aan in de luchthaven en is het grote paniek. Terwijl je dus al alles op voorhand hebt laten weten.

Deze week beslissen dat je volgende week eens op citytrip wil met het vliegtuig, is dus niet haalbaar met een rolstoel?

Dat is niet doenbaar.

Ga je ook alleen op reis?

Nu durf ik dat, ja. Vroeger was het risico dat je rolstoel beschadigd raakte in het ruim enorm groot, nu is dat er ook al een pak op vooruit gegaan. Er bestaan ook al liftwagens voor rolstoelers die tot op het niveau van de deur van het vliegtuig gaan zodat het personeel je enkel nog moet overzetten in een gangstoel. De rolstoel moet natuurlijk wel nog altijd in het ruim. Er is dus kans op schade, maar die is al veel kleiner dan vroeger. Voor ons zijn de gevolgen van die schade natuurlijk groter dan van een doorsnee koffer.

Ik denk dat weinig mensen daarbij stil staan, de intensieve voorbereiding en risico’s die eraan verbonden zijn.

Dat gaat opnieuw naar die mentaliteitsshift. Mocht alles meer verweven zijn in de samenleving, zouden anderen zich daar misschien meer van bewust zijn. De media speelt daar ook een belangrijke rol in. Een concreet voorbeeld: het G-wielriennen in Glasgow. Vorig jaar was het WK volledig verweven met het gewone wielrennen. Gelukkig zond VRT beide uit. Dat heeft bij veel mensen de ogen geopend, dat dat allemaal kan.

Mochten we meer zoals ‘gewone’ mensen in beeld komen, dan zou iedereen ons ook leren kennen en niet zo raar kijken. Denk maar aan de open brief van William Boeva over Down The Road. Waarom altijd van die specifieke programma’s? Zet af en toe gewoon eens iemand met een beperking samen met mensen zonder beperking in een programma. We zullen ons maatschappelijk véél meer aanvaard voelen. Het is niet dat dat nog niet gebeurt, maar het gebeurt te weinig.

Terwijl sommige oplossingen zo simpel kunnen zijn.

Maar veel mensen zien niet hoe simpel het kan zijn. Of ze willen het niet zien. Ze zijn bang van hoe het eruit zou zien. Maar who cares?

In Australië kan ik zonder problemen het openbaar vervoer gebruiken. Daar is zelfs het station in het kleinste boerengat toegankelijk. Waarom kan het daar wel, en hier niet?

Zijn er nog reisbestemmingen die je wil bezoeken? Een top 3?

Tenerife, daar ga ik sowieso terug. Ik zou ook graag de rest van Australië nog zien. Ik kijk alleen wat op tegen de lange vlucht ernaartoe. Het vasteland van Spanje wil ik misschien ook nog bezoeken.

Je vertelde al dat Amerika toegankelijk is. Heb je daar een voorbeeld van?

Eerst had ik geen voeling met Amerika. Ik dacht niet dat ik er ooit naartoe zou gaan. Maar nu zijn we al voor de 2de keer gegaan. Ik heb daar ontdekkingen gedaan waarvan ik meer wil zien. Vooral de natuur is er prachtig, en het “kunnen deelnemen aan”. Dankzij de ADA (een wet die discriminatie van mensen met een beperking verbiedt, nvdr.) is de toegankelijkheid daar echt zoveel beter dan hier in België.

Bij ons vorige bezoek namen we de bus. Beeld je dus een gewone bus in, hé. Ik kan die nemen! De chauffeur ziet mij staan aan de halte, duwt op een knopje en de trappen aan de ingang vooraan transformeren in een plateau waarop ik vlotjes kan rijden. Terwijl ik op het plateau rijd, roept de chauffeur naar de passagiers “Wheelchair is coming!”. Iedereen staat op zodat ik op de ruime plaats kan gaan staan met mijn rolstoel. Niemand kijkt raar of zucht met tegenzin omdat ze plaats moeten maken. Dat is de normaalste zaak van de wereld. Hoe zalig is dat?!

Zo zou het toch overal moeten zijn?

Ik ben ervan overtuigd dat dat overal zo kán zijn. Dat moet kunnen.

Moest je veel plannen voor de afgelopen reis naar Amerika?

We sloten onze reis af op een gloednieuw metalfestival met absolute toppers: Iron Maiden, AC/DC, Metallica, … Mijn broer had op voorhand uitgezocht hoe het daar zat met het rolstoelpodium. Jammer genoeg mocht er slechts 1 iemand mee, maar we waren met 3 (mijn broer, schoonzus en ik). Dus had ik gezegd dat we allemaal samen in de massa zouden staan. Daar is ook meer sfeer. Al kwam iedereen wel weer boven mij uit met mijn manuele rolstoel. Maar liever allemaal samen, dan iemand apart.

Is dat dan ten koste van je eigen beleving?

Een beetje misschien, maar zonder hen zou ik dit soort reizen helemaal niet kunnen doen. Dus dat is voor mij geen opoffering.

Je hebt dus wel een goed netwerk?

Jazeker, dat is mijn grote geluk. Misschien is dat ook nog een tip: als je de mogelijkheid hebt, dan is een netwerk uitbouwen een goed idee. Goud waard. Dankzij mijn ouders, broers en zus heb ik een groot netwerk, en dat doet echt veel. Ook voor mensen die geen beperking hebben, trouwens.

Je bent dan ook wel een heel sociaal persoon ;)

Mijn grote voordeel is: ik babbel tegen een steentje (lacht). Ik heb dan misschien wel een zware beperking, maar ik heb nog altijd mijn mond.

// Terwijl we bezig zijn met ons gesprek, wordt Anneke opgebeld door 2 vrienden. Een van hen is ooit Annekes poetshulp geweest. Samen hadden ze spontaan aangeboden om haar huisje te poetsen. En dat terwijl ze zelf met verlof waren. Ze bedankt ze uitvoerig voor de hulp. //

Is er nog iets dat jij kwijt wil?

Mijn kinesitherapeut vroeg me onlangs over het verminderd tarief waar we soms van kunnen genieten. Voor mij hoeft dat niet per se. Ik denk maar aan gratis parking: zorg voor een parkeerplaats die ruim genoeg is zodat ik veilig uit de auto kan met mijn rolstoel. Zorg ervoor dat de parkeerautomaat makkelijk bereikbaar is met de rolstoel. Gratis, dat moet dan niet.

Musea bijvoorbeeld, daar krijgen wij ook een verminderd tarief. Soms is dat terecht, omdat we niet alles goed kunnen zien als bepaalde verdiepingen of zalen niet toegankelijk zijn, of werken te hoog hangen. Maar ik hoef eigenlijk geen financiële voordelen te krijgen, op voorwaarde dat alles dan toegankelijk is.

Misschien moeten die ‘voordelen’ juist camoufleren dat veel plaatsen niet toegankelijk zijn….

Zo heb ik er zelfs nog niet over nagedacht. Dat zou erg zijn. Ik blijf uitgaan van het goede in de mensen.

Dat ik in de Kinepolis aan verminderd tarief binnen mag, vind ik normaal. Ik moet daar meestal helemaal vooraan zitten, met mijn nek naar boven gedraaid om het scherm te kunnen zien. Ik zit quasi met mijn neus tegen het scherm. Ik heb gelukkig fantastische vrienden en assistenten die mij vergezellen, maar niemand komt volgens mij met plezier naast mij zitten. Waarom moet dat altijd helemaal vooraan zijn?

Is dat niet vaak zo met plaatsen voor rolstoelgebruikers? Ik denk zelf aan concertzalen: achter een paal, festivals: heel ver weg van het podium, …

Begrijp me niet verkeerd, ik ben blij dat er plaatsen zijn. Maar vaak zijn het inderdaad de plaatsen die niemand anders wil.

Ik hoef eigenlijk geen financiële voordelen te krijgen, op voorwaarde dat alles dan toegankelijk is.

Om af te sluiten, nog enkele losse vragen... Wat is de meest waardevolle les die je hebt geleerd door een uitdaging te overwinnen?

Blijven gaan. Altijd het positieve proberen zoeken. Heel vaak vragen mensen “Wat zou je het liefste hebben, een verworven handicap of een van bij de geboorte?” Ik vind het persoonlijk wel een voordeel dat ik al van kinds af aan afscheid heb leren nemen van dingen die ik niet meer kon, van mensen. Daardoor kan ik zien dat er altijd iets positiefs komt, zelfs als het zo slecht gaat. De zon komt altijd terug.

Welke kleine dagelijkse gewoonte heeft de grootste positieve impact gehad op je leven?

Voor het slapengaan nog eventjes naar mijn luisterboek luisteren. Dat is voor mij de perfecte afsluiter van de dag. Dat helpt mij om in slaap te vallen en alle gedachten van de dag te verwerken.

Wat lees je zo het liefst?

Ik luister het liefst naar detectivethrillers, of romans. Af en toe eens een chicklit mag natuurlijk ook al eens (lacht). Op dit moment luister ik naar ‘De Zeven Zussen’ (verhaal van Lucinda Riley, nvdr.). Mijn favoriet is Scandinavische crimi. Scandinavië heeft een speciaal plekje in mijn hart, aangezien mijn metekindje daar woont.

Als je één wens zou kunnen laten uitkomen voor de wereld, wat zou dat zijn?

Mijn wens zou zijn dat er wat meer vredelievendheid in de wereld is en wat minder egoïsme. Het zou de wereld echt een betere plek maken.

Bedankt dat je in je drukke agenda tijd wou maken voor ons, Anneke! Veel succes met de hockey, de verkiezingen, en alle andere avonturen die je nog onderneemt.
Deel dit artikel:
Facebook
Twitter
WhatsApp

Lees verder:

Clara straalt zelfliefde en zelfzekerheid uit. Maar dat is niet altijd zo geweest. Ze vertelt over hoe ze omging met haar diagnose op jonge leeftijd.
My Add On groeit snel, maar om ons tempo te behouden hebben we financiële steun nodig. We streven naar het ophalen van 50.000 euro via Win-Winleningen om onze plannen waar te maken.
Het ondernemersbloed kruipt waar het niet kan gaan… Freekje Van Schuylenbergh, alias Mevrouw LEF, is daar zo’n mooi voorbeeld van. En haar bijnaam? Die kreeg ze niet zomaar...
#